Watts-Dunton (Theodore), Engelsch criticus en dichter (1832—1914), geb. te St. Ives, Huntingdon. In 1875 vestigde hij zich te Londen en werd er het middelpunt van een kring beroemde dichters (Swinburne, Morris, enz.) en schreef letterkundige critieken voor The Examiner en The Athenaeum. Later werkte hij aan de Encyclopaedia Brittannica en leverde er o. a. voor een interessant artikel over Poëzie.
W.-D. had vroeg de taal der Zigeuners geleerd en het Zigeunerleven medegeleefd. Het gedicht The Coming of Love (1897) en de prozaromance Aylwin (1798) zijn ontleend aan dat Zigeunerleven. Verdere gedichten: Christmas at the Mermaid; Prophetic Pictures at Venice; The Three Fausts (Sonnetten); The Omnipotence of Love; What the Silent Voices said; The Octopus of the Golden Isles. W.-D. leefde met Swinburne samen gedurende diens laatste levensjaren.