Verhulst (rombout) - geboren 1624 te Mechelen, gestorven 1696 (1698 ?) in ’s-Gravenhage. Nederlandsch beeldhouwer. Oorspronkelijk leerling in Mechelen van R. Verstappen en François van Loo, ging hij later naar Antwerpen en Italië, waarna zijn grootste werkzaamheid in Holland valt. Hij is de bekende beeldhouwer der roemrijke grafmonumenten van Michiel Adriaansz. de Ruyter, van den Admiraal van Gendt en van vele grafepitaphen der voorname Hollandsche families : Van Tuyll van Serooskerken, Inn-r und Knipphausen, enz. enz., die nog boven de familiegraven in Amsterdam en in de provincie prijken.
Ook aan de versiering van bouwwerken heeft hij aandeel gehad : zoo b.v. het fronton van het Pesthuis te Leiden, reliefs boven de deuren in de gangen van het paleis te Amsterdam, enz. Hij is eigenlijk de eenige beeldhouwer uit den baroktijd, dien Holland heeft gekend ; een enkel navolger als Barth. Eggers werkte toch ook meer reeds in de 18de eeuw. Zijn stijl beteekent voor Holland, wat de kunst van Bernini voor Italië is. De portretten zijn natuurgetrouw met vaardige hand gemodelleerd; aan de compositie is die eigenaardige zwier eigen, die den geheelen barok kenmerkt. Voor Holland is het rythme van dit pompeus bedoelen altijd eenigszins zwaarder en minder veerkrachtig dan in de Romaansche landen het geval is. Vergelijkt men een werk van Verhuist met dat van Bernini, van Coyzevox of andere Fransche beeldhouwers van Lodewijk XIV, dan valt de vergelijking ten nadeele van Verhuist uit. Doch hier is het meer de Hollander dan wel de kunstenaar, die te kort schiet en niet de groote lijn van de kunst vermag aan te voelen, die eigen is aan dezen waarlijk vorstelijken stijl der 17de eeuw.
In zijn techniek is Verhuist voortreffelijk, zijn reliefs zijn gebeeldhouwd met een gevoeligheid, die het marmer als een kneedbaar en week materiaal schijnt te kunnen behandelen. Zoo is ook de geheele doorwerking van zijn composities. Ziet men vele werken van dezen kunstenaar, dan treft het, dat er geen stijgende ontwikkeling in valt waar te nemen en dat zij te veel op elkaar lijken, terwijl de compositie in de uitvoerige grafmonumenten meer een compilatie van gegevens dan wel een harmonisch groepeeren is. Zijn kunnen is te eenzijdig en meer vaardig dan wel geestrijk om blijvend te kunnen boeien. Opgave zijner werken bij Wurzbach, Niederl. Künstlerlexikon. Voorts M. van Notten, Rombout Verhuist (1907).