Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Truffel

betekenis & definitie

Truffel - Een geslacht van onderaardsch-levende zwammen, welker vruchtlichaam gangen en holten bevat. Op de binnenzijde van de wanden zitten de sporenzakjes, waaruit de sporen vrijkomen. De op plaat Zwammen I, No. 9, afgebeelde soort is Tuber melanosporum, de z.g.n. „Truffe de Périgord”, een der meest gezochte en duurste truffelsoorten, die men onder eiken en wel aan de wortels van deze in België en Frankrijk vindt; ook wel, doch zeldzamer, in Duitschland en wel in de maanden van November tot Maart. Hij komt echter in ons land niet voor.

Smakelijk eetbare truffels worden er in ons land niet gevonden. Heel zeldzaam is het geslacht Tuber in ons land gevonden en wel de soorten T. excavatum en T. puberulum, zooals reeds gezegd, geen eetbare soorten. Het tot deze zelfde groep behoorende geslacht Hydnotria werd de laatste jaren op verscheidene plaatsen in ons land ontdekt. Zij groeit eveneens aan boomwortels onder ’t mos en is evenmin smakelijk om te eten. Het meest is deze groep in ons land vertegenwoordigd in het geslacht Elaphomyces of Hertentruffel en wel E. granulatus of cervinus en E. muricatus. Vooral de eerste soort vindt men in de dennenbosschen in ’t Oosten en Zuiden van ons land vrij veel soms uitgewoeld door herten (die ze eten), of door andere dieren uit de aarde omhooggehaald. Meestal echter verraden zij zich, doordat op haar parisiteert een pik-zwart knotszwammetje, Cordiceps ophioglossoides geheeten, dat boven den grond uitsteekt.

< >