Temperament - de oorspronkelijke beteekenis van t. is de eigenaardigheid van den mensch als gevolg van het overwegen van één der lichaamssappen. In overeenstemming met het aannemen van 4 zulke vochten bestonden er ook 4 temperamenten. Bij het cholerische t. zou de gele gal overwegen; bij het melancholische de zwarte gal; hij het phlegmatische de slijm en bij het sanguinische het bloed. Zoo kende reeds Galenus deze onderscheiding.
Dit, men kan zeggen physiologische karakter, dat de leer der t. oorspronkelijk gehad heeft, is geheel te loor gegaan; het is thans een geheel psychologische beoordeeling geworden en men kan zeggen, dat men onder t. den bij een bepaalden persoon overheerschenden gemoedstoestand verstaat. Men heeft de 4 vormen behouden; het cholerische t. is tot spoedigen toorn geneigd; het melancholische tot zwaarmoedigheid en weinige prikkelbaarheid; het phlegmatische door langzame geestelijke werkzaamheid, het sanguinische door lichte prikkelbaarheid. Men kan niet al te veel waarde aan de leer der t. hechten, die in hoofdzaak van geschiedkundige beteekenis is. De leer der constitutie begint haar plaats in te nemen. Litt.: Fouillée, T. et caractère (1895); E. Hirt, Die Temperamente (1905).