Tangens - eigenlijk: raaklijn, naam voor een der goniometrische verhoudingen. Beschouwt men een rechthoekigen driehoek, dan heet de verhouding van de eene rechthoekszijde tot de andere de tangens van den hoek tegenover de eerste rechthoekszijde. Beschouwt men in een cirkel twee stralen, die een zekeren hoek a met elkaar maken, en trekt men in het uiteinde van den eenen straal de raaklijn aan den cirkel, totdat deze het verlengde van den anderen straal snijdt, dan is de verhouding van deze raaklijn tot den straal de tangens van den beschouwden hoek a. Is de straal van den cirkel gelijk aan de lengteeenheid, dan is de lengte van de raaklijn in getalwaarde gelijk aan den tangens van den hoek. De tangens van een stompen hoek is het tegengestelde van den tangens van zijn (scherp) supplement ; de tangens van een hoek in ’t 3de kwadrant (tusschen 180° en 270°) is gelijk aan den tangens van den hoek min 180°; de tangens van een hoek in ’t 4e kwadrant (tusschen 270° en 360°) is het tegengestelde van den tangens van den hoek, dien men verkrijgt, door den gegeven hoek van 360° af te trekken.
Nadert de hoek tot 90° van den scherpen kant, dan nadert de tangens tot positief oneindig ; nadert de hoek tot 90° van den stompen kant, dan nadert de tangens tot negatief oneindig. Een hoek van 90° heeft dus een tangens, die zoowel + ∞ als — ∞ kan heeten. De tangens van het complement van een scherpen hoek heet de cotangens van dezen hoek.
