Stroomatten - worden in de groenteteelt veel gebruikt, om de planten in bakken gedurende den winter tegen de vorst te beschutten. Zij worden vervaardigd van bosjes rogge-, tarwe- of gerstestroo, die door middel van teertouw tot lange en vrij breede matten worden samengebonden. Deze matten rolt men bij vriezend weer op den namiddag vóór zonsondergang over de ramen en dekt ze daarna met een rietmat af. Als beschuttingsmiddel tegen de vorst hebben s. groote beteekenis, doordat het stroo, waarvan zij gemaakt zijn, bestaat uit de holle stengels der granen.
Deze stengelholten zijn gevuld met lucht, vormen dus alle te zamen een zeer groot aantal opgesloten luchtlagen, die — gelijk bekend is— slechte warmtegeleiders zijn. Zij gaan dus het verlies van warmte uit den bak tegen. Het afdekken met rietmatten heeft voornamelijk tot doel, om bij eventueel invallend dooiweer of bij sneeuwbuien het nat worden der s. tegen te gaan. Het vocht zou n.l. de lucht uit de stengelholten verdrijven en daardoor aan de s. haar waarde ontnemen. Maakt men van deze matten gebruik, dan moeten zij elken dag, ook bij sterke vorst, eenigen tijd worden opgerold, teneinde het mogelijk te maken, dat de planten door het zonlicht worden beschenen.