Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Stegocephalen

betekenis & definitie

Stegocephalen - orde der Amphibiën; de oudste landdieren met 4 pooten; hebben geleefd van het Steenkolentijdperk tot het Trias van Europa en N.-Amerika. Natuurlijk zijn alleen het skelet en in sommige gevallen de huidbekleeding bekend. De algemeene bouw kwam met dien der salamanders overeen, maar de St. waren over het algemeen plomper. Dikwijls droeg de huid een huidskelet in den vorm van rijen van huidbeenderen; verder is de geheele kop met huidbeenderen bepantserd.

Een der eigenaardigheden van den schedel is deze, dat in plaats van een jukboog een beenig dak de slapen beschermt, vandaar de naam „dakkoppigen”. Bij de oudere vormen waren eenvoudige, kegelvormige tanden voorhanden, maar bij die uit jongere aardlagen kunnen deze door het optreden van overlangsche plooien zeer samengesteld worden. De ledematen waren meestal zeer kort, zoodat de buik op den grond rustte; het aantal vingers was meestal 4, daar een duim ontbrak. Het skelet toont vele eigenaardigheden en talrijke primitieve kenmerken. De staart was kort. De dieren bewogen zich langzaam door kruipen of voortschuiven.

Er zijn een 150 geslachten met ongeveer 400 soorten bekend. Zij leefden op het land, in zoet water of in moerassen, zelfs in holle boomen. De afmetingen verschillen sterk; de kleinste zijn eenige c.M. lang, maar er zijn ook vormen bekend van eenige Meters, ja zelfs van 15 M. lengte. Het waren roofdieren, die zich met allerlei schaaldieren, visschen, amphibiën en reptiliën voedden. De meest bekende vorm is Branchiosaurus, ter grootte van een salamander. De kennis der St. is daarom belangrijk, omdat de bouw der recente Amphibiën en wellicht ook die der Reptiliën zich op den hunnen laat terugbrengen, zoodat Amphibiën en Reptiliën zich uit hen zouden ontwikkeld hebben.

< >