Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Sonate

betekenis & definitie

Sonate - (van ’t Ital. sonare, klinken, ook: spelen) is de oorspronkelijke benaming voor instrumentaalmuziek (tegenover cantate voor: zangmuziek). Speciale beteekenis kreeg de naam s. na 1617, in welk jaar Biagio Marrini zijn eerste solo-s. voor viool schreef. Later vinden wij trio-s.’s voor twee violen en een bas, waarbij evenwel de medewerking van het clavecimbel onmisbaar was. Ook Bach schreef s., maar maakt niet steeds een scherp onderscheid tusschen s. en suite.

De s. van Domenico Scarlatti, die uit slechts één deel bestaat, toont de eerste kiemen, van ’t geen wij tegenwoordig verstaan onder s. of hoofdvorm (scheiding in twee helften, die beide worden herhaald, en waarvan de eerste in de Dominant afsluit). Ph. Em. Bach schrijft driedeelige s. (één langzaam stuk tusschen twee snellere) en bereidt daarmee den weg voor Jos. Haydn, die den vorm uitbreidt en den inhoud belangrijker maakt. Mozart verlangt in zijn s., vooral in de finales, reeds een vrij brillante techniek, maakt van menig eerste gedeelte in Adagio stukken, rijk aan gevoelsinhoud, maar eerst Beethoven weet den s.-vorm geheel dienstbaar te maken aan zijn scheppingskracht, openbaart daarin zijn diepste, subjectieve gevoelsuitingen en maakt van vele gedeelten in zijn s. zieledrama’s. In zijn laatste periode verbreekt hij den vorm, en laat zijn fantaisie den vrijen loop. Hierin volgen hem de toondichters, die na hem komen: Schumann, Brahms, Liszt a. hebben — de een meer, de ander minder — den s.-vorm aangepast aan hun subjectieve gevoelsuitingen. Litt.: S. Bagge, Die geschichtliche Entwickelung der S. ; O. Klauwell, Geschichte der S.; Blanche Silva, La Sonate.

< >