Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Schack

betekenis & definitie

Schack - (Adolf Friedrich, graaf von), Duitsch dichter, geb. 1815 bij Schwerin, overl. 1894, was eerst in Pruisischen staatsdienst en behoorde later tot den kring van Geibel, Bodenstedt, Heyse, Scheffel, enz. te München (sedert 1850). Zijn lyr. gedichten zijn niet lyrisch, zijn drama’s niet dramatisch genoeg ; zijn epische gedichten : Nächte des Orients (1874) en Die Plejaden (1881) zijn het belangrijkst en behooren tot de zeer edele, reflecteerende dichtkunst van schoonen vorm, zonder de hoogste dichterlijke eigenschappen te bezitten. Zijn werken over letterkunde (in Spanje, Sicilië en Engeland) zijn goed, zijn vertalingen uit het Spaansch en enkele Oostersche talen meesterlijk, vooral de Heldensagen des Firdusi (1863). Zijn schilderijenverzameling, de „Schackgalerie” te München, pleit voor zijn smaak en oordeel.

< >