Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Peterselie

betekenis & definitie

Peterselie - (Petroselinum sativum) is een specerijkruid uit de fam. der Umbelliferae, dat in sommige streken van ons land door de groentenkweekers veel wordt verbouwd. In het bijzonder is dat het geval in de z.g.n. „slatuinen” bij Amsterdam, grootendeels gelegen in den Sloterpolder. P. is een 2-jarig gewas, dat echter éénjarig gekweekt wordt, omdat in het 2de jaar wèl een zaadstengel gevormd wordt, maar het eigenlijke product, het blad, zich dan weinig ontwikkelt. In den vollen grond is de zaaitijd begin April.

Daar het zaad langzaam ontkiemt, laat men het wel vooraf „spruiten” door het eenige dagen vóór de zaaiïng met vochtig zand te vermengen en vervolgens op een verwarmde plaats te bewaren. Gewoonlijk zaait men vrij dicht; het blad verkrijgt dan vroeger een voldoende lengte, om gesneden te worden. Na het afsnijden groeien de hartbladeren door, zoodat dezelfde planten meerdere malen oogstbaar zijn. P. levert zijn product niet alleen in den zomer, maar ook in den winter. Voor den oogst in dit laatste jaargetij zaaien de groentenkweekers begin Augustus en verplanten zij de uit dit zaaisel verkregen jonge planten tegen den winter (Oct.) in koude bakken uit op afstanden van 10—15 c.M. Door bedekking met ramen en rietmatten houden zij de planten onbevroren; deze groeien dan den geheelen winter door, zoodat het product geregeld geleverd kan worden in den tijd van geringen aanvoer en van hooge prijzen. Vooral in winters met veel vorst is deze vorm van p.-teelt nogal voordeelig.

Er zijn verschillende soorten van p. in cultuur. Daaronder is er een, die zich van de andere nogal opvallend onderscheidt, doordat de bladeren sterk gekruld en gekroesd zijn en die daarom krulpeterselie genoemd wordt. Voor leeken, die voor eigen gebruik p. willen kweeken, verdient deze soort wel aanbeveling, omdat zij niet zoo licht verward wordt met andere, in ’t wild groeiende, schermbloemigen, waaronder enkele giftige soorten voorkomen. Een groot vijand van de p. is de bladvlekkenziekte, die ook veel bij de selderij voorkomt en veroorzaakt wordt door een zwam, Septoria Apii. Men kan dezen vijand bestrijden door het zaad vóór het spruiten gedurende 4 uur onder te dompelen in een oplossing van 1 gram formaline op 400 gr. water, en ook door aangetaste planten te besproeien met Bordeauxsche pap.

< >