Onze vader - aanvangswoorden van het gebed, dat Jezus zijn jongeren leert (Math. 6 : 9 v.). In het Gr. blijft (Lk. 11 : 2) het woordje „onze” weg. Daar luidt het alleen: „Vader, geheiligd worde Uw naam, kome Uw koninkrijk, geef ons dagelijks het „dagelijksch” brood en vergeef ons onze zonden, want zelf vergeven wij aan ieder, die aan ons iets schuldig is. En leid ons niet in verzoeking.” De lofzegging of doxologie op het einde ontbreekt in beide Evangeliën.
Het verband van Mk. en Lk. verschilt. Als gemeentegebed komt het voor in de Didache of Leer der apostelen 8 : 2. Daar moet het reeds driemaal daags worden opgezegd. — Zie: O. Dibelius, Das Vaterunser (1903); G. Walther, Untersuchungen zur Geschichte der gr. Vaterunser-Exegese (1914); J. W. Thirtle, The Lord’s prayer (1915).
