Monroeleer, - leer in 1823 door den toenmaligen President der Ver. Staten van N.-Amerika, Monroe, verkondigd, volgens welke de Ver. St. eenerzijds zich zouden onthouden van elke inmenging in de Europeesche zaken, anderzijds geen inmenging van Europeesche zijde in die van het vasteland van Amerika zouden dulden. Hoewel zij de bestaande koloniën en machtsverhoudingen zouden blijven erkennen, zouden zij zich tegen iedere machtsuitbreiding van Europeesche machten aldaar verzetten.
Pogingen in die richting zouden als een blijk van onvriendschappelijke gezindheid tegen de Ver. St. worden beschouwd. — Europa heeft zich naar deze leer, ook wel aangeduid met de woorden „Amerika voor de Amerikanen”, wel moeten schikken. Op den duur heeft men de leer eenigszins dienstbaar gemaakt aan het streven van de Ver. St. naar een voogdij over de Z.-Amerikaansche staten. Daarom duidt men haar thans meermalen aan met de woorden „Amerika voor de Ver. St.” — Litt.: G. F. Tucker, The Monroe doctrine (Boston 1885); Reddaway, The Monroe doctrine (Lond. 1898) ; Pétin, Les Etats-Unis et la doctrine de Monroe (Parijs 1900); Dr. H. T. Colenbrander, Over oorsprong, practijk en toekomst der leer van Monroe (in de Gids van Juni 1910). — Vergel. DRAGOLEER.
