Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Monotelefoon

betekenis & definitie

Monotelefoon - (telegr.), telefoon, welke zoodanig geconstrueerd is, dat ze slechts een toon van bepaalde hoogte weergeeft. Wordt gebezigd bij het meervoudig telegraafsysteem van Mercadier, waarbij korte en lange stooten (morse-teekens) in wisselstroomen van verschillende frequentie langs een zelfden draad verzonden worden. Op het ontvangend station doorloopen deze stroomen een reeks m. In iedere m. worden slechts de teekens van ééne bepaalde frequentie gehoord, zoodat verschillende berichten gelijktijdig en in beide richtingen kunnen worden overgebracht.

< >