Milt, - een groote lympheklier, die in zooverre een afzonderlijke plaats inneemt, dat zij niet in het lymphaatstelsel is ingeschakeld, doch in het bloedvaatstelsel. De miltslagader verdeelt zich in de m. in een aantal takjes, die ten slotte overgaan in wijde bloedruimten met uitermate dunne wanden. Door deze wanden komen nu de lymphocyten in het bloed, zoodat de miltader zeer rijk is aan deze cellen, die dan tot witte bloedlichaampjes zijn geworden. Behalve deze belangrijke functie is de m. nog op andere wijze van beteekenis voor het bloed, want in de m. gaan, evenals in de lever, een groot aantal roode bloedlichaampjes te gronde.
De m. ligt in de buikholte, links van de maag, dicht onder het middenrif. Een normale m. komt niet onder den ribbenboog uit en is dus niet te voelen. Bij vele ziekten, vooral de acute infectieziekten, zwelt de m. sterk op. Bij bloedziekten, in het bijzonder leukaemie, lijdt ook de m. en wordt daarbij vergroot.
