Messenia - landschap in ’t Z.W. van den Peloponnesus. Bij Homerus behoort de W. helft nog tot Pylos, de O. tot Laconië. Eerst met den inval der Heracliden werd M. een eigen rijk onder Cresphontes, doch bezweek alras in de Messenische oorlogen (743—723, 685—663 v. C.), na een hardnekkigen tegenweer, voor de overmacht der Spartanen, die ’t overschot der bevolking tot lijfeigenen maakten.
De harde verdrukking moede stonden de Messeniërs in 464 met de Heloten op en streden 10 jaar lang, doch na het verlies der bergvesting Ithome moesten zij zich overgeven onder beding van vrijen aftocht. Door Epaminondas opgeroepen keerden de Messenische ballingen zegevierend in hun vaderland terug en bouwden aan den voet van den berg Ithome de nieuwe hoofdstad Messene (369 v. C.), die haar onafhankelijkheid steeds met eere handhaafde, totdat zij met het overige Griekenland 146 v. C. door Rome onderworpen werd.