Manus - (Lat.), in het oude Rom. recht de macht, welke de man soms over zijn vrouw had. Bij het huwelijk kon de vrouw n.l. al of niet in den manus van haren man komen. In het eerste geval trad zij uit haar eigen familie en ging over in die van haren man.
Haar vermogen ging op dezen over. In het latere Rom. recht had geen in manum conventio meer plaats en behield de vrouw steeds haar eigen vermogen.