Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Lymphe

betekenis & definitie

Lymphe. - In de spleten van de weefsels komt een vloeistof voor, die men de weefselvloeistof noemt. Deze vloeit af naar fijne kanalen, die de lymphevaten zijn; zoodra zij daarin komt, spreekt men van l. De totale hoeveelheid l. schijnt niet veel kleiner dan de totale hoeveelheid bloed te zijn, dus 4 a 5 liter. Door het stelsel van lymphevaten vloeit deze vochtmassa één of enkele malen per dag naar het bloed. De menschelijke l. is een kleurlooze vloeistof met een soortelijk gewicht van 1,016—1,023.

Het eiwitgehalte hiervan is iets geringer dan dat van het bloed. De l. stolt spontaan tot een losse geleiachtige massa. In de l. komen cellen voor, de lymphocyten. De l. uit het darmkanaal is de chyl of chylus. De beteekenis der l. ligt daarin, dat zij de stofwisselingsproducten der cellen opnemen kan en op den langen weg, die tot de bloedbaan voert, kan veranderen in voor het bloed onschadelijke stoffen, terwijl die stoffen op zichzelve als vergiften in het bloed zouden werken. In de lymphevaten stroomt de l. geleidelijk naar de zijde der venen toe.

Terwijl het bloed vanuit een centraal punt, het hart, in de vaten wordt voortgestuwd, is dit met de l. allerminst het geval. Voor de voortbeweging daarvan komt in de eerste plaats de weefselspanning in aanmerking. Daarnevens kunnen samentrekkingen van de lymphevaten komen, in de wanden waarvan enkele spiercellen worden gevonden. Ook de druk der omgevende spieren werkt op de richting van den lymphstroom. Bij een aantal lagere dieren zorgen afzonderlijke organen, de lymphharten, voor de voortbeweging.

< >