Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Loti

betekenis & definitie

Loti - (Pierre), wiens eigenlijke naam Louis Marie Julien Viaud is, werd geb. te Rochefort, in 1850 uit een oud Hugenotengeslacht. In 1867 maakte hij als adelborst aan boord van de „Borda” verscheidene reizen, naar Australië, Japan, Senegal en Tonkin. Alhoewel energiek van karakter, leek de jonge marine-officier in ’t begin van zijn loopbaan zóó verlegen, dat zijn kameraden hem den naam gaven van een Indisch bloempje, dat zich nederig schuil houdt, en hem „loti” noemden. Toen hij in 1898 ontslagen werd als luitenant ter Zee 1e klasse, ging hij in hooger beroep bij den krijgsraad, werd bevorderd tot kapitein-luitenant ter Zee (1899), en voer het volgend jaar naar Oost-Azië met een eskader, dat uitgezonden werd in verband met de onlusten in China. — Zijn voornaamste werken zijn : Aziyadé (1879) Rarahu (1880), later uitgegeven onder den titel: le Manage de Loti, le Roman d'un Spahi (1881), Mon Frère Yves (1883), Pêcheur d’Islande (1886), in ’t Duitsch vertaald door Elisabeth, Koningin van Roemenië, Madame Chrysanthème (1887), Propos d’exil (1887), Japoneries d’automne (1889), Au Maroc (1890), le Livre de la pitié et de la mort (1891) ; — in ditzelfde jaar werd L. lid van de Fr.

Academie — Fantôme d'Orient (1892), Matelot (1893), Jérusalem (1894), la Galilée (1894), le Désert (1894), Ramuntcho (1897), Reflets de la sombre route (1899), les Désenchantées (1912), een prachtig boek, dat handelt over het harem-leven en de emancipatie van de Turksche vrouw. — P. L. heeft zich in korten tijd een voorname plaats onder de romanschrijvers van zijn tijd weten te veroveren. Zijn schitterend talent heeft iets bedwelmends, hij sleept zijn lezers mee door de vage, zwevende droomerijen van zijn gedachte, door de zachte melancholie, waarmee hij hen doordringt, door het sierlijke, het streelende van zijn kunstig gerythmeerde taal. Hij is, als Renan, een dichter in proza. De onderwerpen van zijn romans, gedichten van liefde, zijn allereenvoudigst; meest idyllen zonder spannende verwikkelingen; de rol van zijn geliefkoosde heldinnen bepaalt zich tot tweeerlei: liefhebben en sterven. Maar de lijst, waarin hij zijn naar den inhoud bescheiden verhalen plaatst, is schitterend: hij geeft grootsche schilderingen van den onmetelijken oceaan, van de onafzienbare woestijn, van het geheimzinnig Oosten, van weinig bekende exotische landen, van Polynésie, Anarn, Tonkin, China. — Zie: V. Giraud, Loti (Les Maîtres de l’Heure, Parijs, 1912).

< >