Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Lehman

betekenis & definitie

Lehman - 1) Lilli, geb. te Wurzburg 1848, een der grootste Duitsche operazangeressen uit den Wagnerschen tijd. Zij was, met haar zuster Marie, een der steunpilaren van het werk te Bayreuth, waar de beide zangeressen in 1876, bij de eerste opvoeringen van den „Ring”, de Rheintöchter-rollen vervulden. Lilli L. is ook beroemd als zangleerares; hare uitmuntende methode blijkt uit den toestand van haar eigen orgaan, dat zij tot op haar zeventigjarigen leeftijd, ongerept wist te bewaren. Zij schreef o. m. Meine Gesangskunst.

2) Alfred, Deensch psychol., geb. 1858, prof. te Kopenhagen, beïnvloed door Fechner en Wundt,verbreider van de studie der experim. psych. in Denemarken, vooral bekend door zijn onderzoek van het abnormale zieleleven, occulte verschijnselen, bijgeloof. Zijn hoofdwerken zijn (in Duitsche vertaling): Die Hypnose (1890); Die Hauptgesetze des menschl. Gefühlslebens (2e dr. 1901); Die körperlichen Aeusserungen psychischer Zustände (3 dln. 1899-1905); Lehrbuch der psychol. Methodik (1906).
3) Otto, Duitsch natuurk., geb. 1855 te Constanz, hoogl. techn. hoogesch. te Karlsruhe, bekend door zijn onderzoekingen omtrent vloeibare kristallen.

< >