Lapsi

betekenis & definitie

Lapsi - (Lat. d. i. gevallenen), in de eerste eeuwen vooral benaming van hen, die onder de vervolgingen der heidensche staatsmacht om hun leven te redden het Christel, geloof niet trouw bleven. Men onderscheidt: sacrificatie (thurificati), die de heidensche goden werkelijk geofferd (wierook voor hen ontstoken) hadden ; libellatici, die een overheidsbewijs (libellus) gekocht hadden, dat zij, zooals zij althans voorgaven, geofferd hadden, zonder dat zij dit beslist hadden gedaan ; acta facientes, die valsche opgaven over hun godsdienstige belijdenis hadden verricht, en traditores, die heilige boeken en voorwerpen hadden uitgeleverd. De Kerk strafte in het eerst de lapsi door excommunicatie en maakte hun wederopneming zwaarder. Alleen in de derde eeuw vormde zich bij velen een mildere praktijk. — Vgl. over hen het geschrift van Cyprianus ,,de lapsis”.