Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Kuruc

betekenis & definitie

Kuruc - (uitspr.: Koeroets), Hong, benaming voor de patriotten, die, zich verzettend tegen de verdrukking en de belemmering, welke zij vooral in de uitoefening van den Protestantschen godsdienst na 1664 van Oostenrijksche zijde te verduren hadden, de wapens opvatten in een verbitterden strijd tegen de keizerlijkgezinden of „labancok”, die het met de Weensche regeering eens waren. Deze strijd heeft bijna een halve eeuw geduurd van 1664 tot 1711, en in dit zoogenaamde Kuruc korszak (tijdperk der Kurucen) zijn veel Kuruc dalok (liederen) ontstaan, lyrische gedichten met de Kuruc világ (wereld) en haar twee groote helden Thököly Imre en Rákóczi Ferenc, tot hoofdmotieven. Van deze liederen — te vergelijken met de Nederlandsche Geuzenliederen — zijn de dichters meerendeels onbekend, en pas in den allerlaatsten tijd zijn ze bijeengezameld door Thaly Kálmán en voor het eerst in druk verschenen. Zie verder bij MAGYAARSCHE LETTERKUNDE.

< >