Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Kraakbeen

betekenis & definitie

Kraakbeen, Carinago, een vaste, veerkrachtige, melkwitte of geelachtige zelfstandigheid van het dierlijk organisme, die harder is dan de pees- en spiersubstantie, doch weeker dan het been, en in sommige gedeelten des lichaams het been vervangt of aanvult (oor, neus, oogleden, luchtpijp, strottenhoofd, borstkas), en verder de gewrichtsvlakken der beenderen bekleedt. Gedurende het vruchtleven bestaat een deel der beenderen ook uit k. Later maakt dit, door een proces, dat verbeening heet, voor beenweefsel plaats. Naar de structuur van het k. onderscheidt men hyaline-k. en vezel-k.; beide vormen verschillen ook scheikundig, daar het hyaline-k. bij koking met water een lijmachtige zelfstandigheid (chondrine geheeten) geeft, het vezel-k. niet.

Het hyaline-k. bezit een microscopisch gelijkvormige, schijnbaar homogene, het vezel-k. een strepige, op bindweefsel gelijkende grond- of intercellulair-zelfstandigheid, welke door de k.-cellen wordt afgescheiden en rondom deze achterblijft, zoodat ze daarin als verstrooid liggen. Het k. heeft bloednoch lymphvaten, ook geen zenuwen; het is bekleed met een vast vlies, het k.-vlies (Perichondrium), dat de benoodigde voedingsstoffen aanvoert. In den ouderdom van het individu en bij zekere voedingsstoornissen heeft het k. een groote neiging te verkalken en te verbeenen.

< >