Kaki(h)anverbond - of Kakéhanverbond, geheim genootschap op W.-Ceram, waartoe de mannelijke leden der Pata-Siwa-(h)itam (zie CERAM, dl. III, p. 496, waar men leze: de Pata-Siwa vormden oorspr. de Tidore-, de Pata-lima de Ternatepartij) moeten (of moesten) behooren. Zoodra de jongens den volwassen leeftijd bereikt hebben of reeds eer worden zij, onder allerlei inwijdingsceremoniën, in de vereeniging opgenomen; deze ceremoniën hebben plaats in het kahianhuis, de bailéo pěmali, ergens in het bosch ver van de negorij. Onder invloed van Gouvernement en Christelijke zending is de beteekenis hoe langer hoe meer afgenomen.
Litteratuur: A. van Ekris, Iets over het Ceramsche K., Tijdschr. Batav. Gen., dl. 14; Ludeking, De res. Amboina, p. 67-68; F. J. P. Sachse, Het eil. Seram en zijn bewoners, p. 60-62, 80-82, 90-95; T. J. Bezemer, Door Ned.
O.-Indië, p. 600-615; Mevr. D. Krayer v. Aalst, Het Kahéhan-feest. Eigen Haard 1911, p. 228-232. Zie ook MANNENHUIS IN DEN O.-I. ARCHIPEL.