Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Kabellegging

betekenis & definitie

Kabellegging - (telegr. en telef.); het leggen van telegr.- en telef.-kabels in den grond geschiedt in een geul, diep meestal 0,50 M. tot 1,00 M. Bij k. door kanalen of rivieren wordt de kabel door middel van een lier in de gebaggerde geul overgetrokken. Bij grootere breedte wordt de kabelhaspel op een vaartuig geplaatst en dit vaartuig overgetrokken terwijl de kabel van den haspel afloopt. Bij k. door zeearmen en over korte afstanden in ondiepe zee wordt de laatstbedoelde werkwijze steeds toegepast. Teneinde de juiste richting te behouden worden bij het beginpunt en het landingspunt twee baken opgesteld in de lijn van de te volgen route, welke baken gedurende het overvaren elkaar steeds moeten dekken.

Voor k. over groote afstanden in zee wordt gebruik gemaakt van een speciaal daarvoor ingericht kabelschip. Dit bevat eenige kabelbakken (tanks), waarin de kabel in horizontale slagen wordt geborgen. Vanuit een tank wordt de kabel door een boven het middelpunt daarvan aangebracht oog (bellmouth) op het dek gevoerd (zie fig. 1). Over leidrollen voert men den kabel vervolgens naar het achterschip, waar de rem (fig. 2) is opgesteld. Deze bestaat in hoofdzaak uit een trommel H, waaromheen de kabel met een slag gelegd wordt. Bij het uitloopen brengt de kabel deze trommel in draaiing, terwijl de trommel door middel van een bandrem E in haar draaiende beweging belemmerd wordt.

Door middel van het koord D kan men de kracht, waarmede geremd wordt, regelen. Vanaf de rem wordt de kabel over een dynamometer (fig. 3) buiten boord gevoerd. De dynamometer kan in kilogrammenspanning geijkt worden. Indien de kabel gedurende de k. afbreekt of indien een storing op een kabel moet worden opgeheven, is het noodig den kabel te kunnen ophalen. Hij wordt daartoe eerst met een anker of dreg opgevischt.

De vorm hiervan hangt af van de gesteldheid van den zeebodem. Ligt de kabel zoo strak, dat men hem niet boven water kan krijgen, dan kan hij met het Lucasanker onder water worden doorgesneden en aan één zijde worden vastgegrepen. Nadat een der kabeleinden aan boord gebracht is, moet de kabel somtijds voor onderzoek opgehaald en in een tank gebracht worden. Voor het ophalen en inpalmen dient de kabelmachine.

< >