Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Jefferson

betekenis & definitie

Jefferson - (Thomas), derde president van de V. S. van N.-Amerika, geb. te Shadwell (Virginië), overl. te Monticello (Virginië) 1826. Behoorend tot een vermogend gezin, bepaalde hij zich in zijn studie aan het William and Mary College te Williamsburg, toen de hoofdplaats van V., niet tot de rechten, maar wijdde zich ook aan de natuurwetenschappen, alsmede aan de klassieke en moderne litteratuur. Vooral trokken de denkbeelden der Fransche Encyclopedisten zijn aandacht en sympathie. Na gepromoveerd te zijn in de rechten, vestigde hij zich (1767) als advocaat in zijn geboortestad, waar hij, tot lid van de Virginische Kamer der Burgers gekozen, spoedig de leider werd der revolutionnaire partij, welke scheiding van Engeland begeerde, om een democratische republiek te vormen.

Als afgevaardigde op het eerste congres te Philadelphia in 1775, bood hij een memorie aan, waarin hij met klem betoogde, dat de Engelsche koloniën in Amerika het recht hebben, zichzelf onafhankelijk van het moederland te regeeren. (A Summary View of the Rights of British America). Dit stuk, dat door de Vergadering werd aangenomen, was de voorlooper van de beroemde onafhankelijkheidsverklaring — The Declaration of Independence — welke J. in 1776 opstelde en de afgevaardigden der 13 Staten op ’t congres van Philadelphia onderteekenden. Gedurende den Vrijheidsoorlog (1775—83) was J. drie jaar gouverneur van Virginië en voerde er als volbloed democraat vele hervormingen in, o. a. afschaffing van het eerstgeboorterecht en van de onvervreemdbaarheid der groote landgoederen, maar toen zijn voorstellen tot afschaffing der slavernij en tot invoering van openbaar onderwijs hardnekkigen tegenstand bleven vinden, legde hij zijn ambt in 1782 neer. Twee jaar later zond het congres J. met Franklin en Adams naar Frankrijk, om een handelsverdrag te sluiten. Van 1785—89 werkte hij als gezant te Parijs, maar steunde tevens volijverig de patriotten in hun revolutionnair streven. Teruggekeerd in Amerika, werd hem door president Washington een zetel in ’t nieuw gevormde ministerie aangeboden.

Vele maatregelen, door dit ministerie, vooral door zijn ambtgenoot van Financiën, Hamilton, genomen, achtte hij in strijd met de rechten van het volk, zoodat de radicale democraat in 1793 zijn ontslag nam en zich terugtrok op zijn landgoed Monticello. Tevergeefs beproefden zijn aanhangers hem in 1796 tot opvolger van Washington te doen kiezen ; John Adams werd dit en J. vice-president. Hij keurde diens wetten tegen vrijheid van woord en pers, alsmede tegen vreemdelingen, inzonderheid Franschen, scherp af in een door hem opgestelde „Verklaring van Kentucky” (The K. Resolution), waarin hij het bedenkelijke aantoonde van de dictatoriale macht, door het congres aan den president verleend. Het eind van den strijd was, dat J. in 1801 tot president werd verkozen en opnieuw in 1805. In 1809 weigerde hij een derden termijn, daar zijn democratisch streven voortdurend tegenstand ondervond : de vrijheid van de pers, de inkrimping van belastingen had hij o. a. bewerkt, maar de hervorming van ’t onderwijs en de afschaffing der slavernij mocht hem niet gelukken. Op zijn 66e jaar, na bijna 40 jaren staatsdienst, trok de groote staatsman, wiens beginselen den grondslag vormden voor de jonge republiek en door zijn onmiddellijke opvolgers, zijn vrienden Madison en Monroe, werden doorgevoerd, zich voor goed uit het openbare leven terug. „De wijze van Monticello” wijdde zich voortaan aan de stichting van „de Universiteit van Virginië” in Charlotteville, dicht bij zijn landgoed. — In zijn Notes of the State of Virginia ontvouwt hij in klassieken stijl zijn verheven ideeën over regeering en de rechten der menschen.

< >