Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Hommel

betekenis & definitie

Hommel - (Fritz), Duitsch oriëntalist, geb. 1854, priv.-doc. te München (1877), toen buitengew. (1885) en sinds 1892 gewoon hoogl. in de Semietische talen aldaar. Hij onderscheidt zich door breede kennis, welke vooral op de Assyriologische en Zuid-Arab. wetenschap betrekking heeft, door zijn op historisch gebied conservatieve neiging, door zijn vaak wilde, doch ook geniale combinaties. Zijn allerbelangrijkste werken zijn: Die Namen der Säugetiere lei den südsemit. Völkern, 1879; Geschichte Babyloniens u. Assyriens (Samml.

Oneken), 1885; Aufsätze u. Abhandlungen, 1892—1901; Die altisraelit. Ueberlieferung in schriftl. Beleuchtung, 1897; Grundriss der Geographie und Geschichte des Alten Orients (Iwan Müllers Handbücher) 1e helft 1904.

< >