Hansesteden - 1) naam van de steden, die in de Middeleeuwen deel uitmaakten van de Hanse. Een stad behoorde hiertoe, als haar inwoners deelden in het genot van de priveleges, die de Hanse in het buitenland verworven had. Men maakte onderscheid tusschen directe Hansesteden en indirecte Hansesteden. De eerste soort omvatte die steden, welke door den Hansedag beschouwd worden als hoofdpl. van districten.
Door haar bemiddeling kwam de Hansedag in contact met de steden van ’t distr., de z.g.n. indirecte H. De leiding van de Hansesteden berustte bij de Wendische steden, waarvan Lübeck ’t middelpunt vormde. De H. waren verdeeld in drie groepen, n.l. de Lübisch-Saksische gr., waartoe behoorden de Wendisch-Pommersche, Saksische, Altmarkische en Märkische steden; de Pruisisch-Westfaalsche groep, welke gevormd werd. door de Pruisische, Westfaalsche en de Rijnsteden, en de Gotland-Lijflandsche groep. Elke groep -was weer gesplitst in twee deelen. Deze verdeeling was ontstaan te Brugge. De steden van elk deel van een groep konden zich groepeeren naar territoriale ligging. Dergelijke territoriale steden konden hunne vraagstukken betreffende de Hanse op een bijeenkomst behandelen en hun meening door middel van de directe Hansesteden ter kennis brengen van den Hansedag. ’t Aantal Hansesteden is niet altijd even groot geweest. Verschillende steden traden in den loop der 15e eeuw toe, terwijl omgekeerd andere uittraden.
Gemiddeld is ’t aantal 72 geweest. In de Nederl. behoorden er toe de Geldersche steden: Nijmegen, Duisburg, Arnhem, Roermond, Tiel, Zalt-Bommel, Zutphen, Elburg, Doesburg en Harderwijk, waarvan de voornaamste waren Nijmegen, Arnhem en Harderwijk, verder nog de Stichtsche steden Kampen, Deventer, Zwolle, Stavoren, Groningen en Oldenzaal, waarvan Deventer, Kampen en Zwolle de voornaamste waren. Deze beide stedengroepen hielden gezamenlijke dagvaarten, eerst te Beekbergen, later te Apeldoorn. Naast deze steden verschijnen op die dagvaarten ook nog steden als Bolsward, Hasselt, Doetinchem, Workum en Hindeloopen, welke „vrumde van der henze” genoemd worden. Een eigenaardige positie onder de Hansesteden nam Kampen in. Deze stad had deel aan de Hanseprivileges, werd eerst in 1441 opgenomen in de Hanse, maar bleef de zelfstandigheid in de leiding van zijn handel , op Noorwegen en de Oostzeelanden behouden.
2) naam, welke gegeven wordt aan de steden Hamburg, Bremen en Lübeck in het Duitsche Rijk.