Handgemeen - strijd van den soldaat tegen zijn in de onmiddellijke nabijheid geplaatsten tegenstander. Vóór de toepassing van het buskruit bestond het geheele gevecht louter uit handgemeen. Na de invoering van schietgeweer ging aan het handgemeen een vuurstrijd vooraf, die niets anders is dan een middel om de tegenpartij te kunnen naderen (aanvaller), dan wel de nadering der tegenpartij te trachten te beletten (verdediger). Vóór den grooten Europeeschen oorlog werd een enkel maal de meening verkondigd, dat het handgemeen, vergeleken bij het vuurgevecht, in belangrijkheid zou afnemen, ja zelfs, dat het niet meer tot een handgemeen zou komen.
De oorlog 1914-19 heeft het tegendeel aangetoond, zoowel in den bewegingsals in den stellingkrijg. Vooral in laatstbedoelden met zijn gevechten op korte afstanden is handgemeen regel, moge er ook hevige beschietingen van de aangevallen stelling aan voorafgaan, waardoor een tijdelijk terugwijken soms noodzakelijk wordt. Werktuigen bij het handgemeen in gebruik zijn de bajonet, de dolk, betrekkelijk ook de handgranaat, terwijl in het hevigst van de worsteling beide partijen alle middelen aangrijpen om hun tegenstander te overweldigen, waarbij lichaamskracht menigmaal den doorslag geeft.