Handelsregister - In een groot aantal gevallen schrijft de wet voor, dat bepaalde handelingen of feiten, wier kennis voor derden van belang kan zijn, in openbare registers worden ingeschreven, soms op straffe van nietigheid, in den regel om daaraan rechtskracht tegenover derden te verleenen. Zie artt. 207 B. W. (huwelijksche voorwaarden), 671 B. W. (overdracht onroerend goed), 743 B. W. (vestiging erfdienstbaarheid), 760 B. W. (vest. opstal), 767 B. W. (vest. erfpacht), 784 B. W. (vest. grondrenten), 807 B. W. (vruchtgebruik onroerend goed), 1033 B. W. (erfstelling over de hand), 1070 B. W. (recht van beraad), 1075 B. W. (voorrecht van boedelbeschrijving), 1154 B. W. (beneficium divisionis), 1224, 1263, 1265 B. W. (hypotheek; zie ook 1223, 1230, 1254), 1727 B. W. (herroeping gift), 23 K. (oprichting vennootschap onder firma), 38 K. (opricht. naaml. venn.), 309, 750 1° K. (levering van schepen), 315, 750 4° K. (bevoorr. schulden op schepen), 571 K. (bodemerij), 19 F. (faillissement). De betreffende registers worden deels op de griffiën der rechtbanken, deels op die der kantongerechten, deels ook op afzonderlijke kantoren gehouden. Naast deze afzonderlijke registers is, in navolging van hetgeen reeds in vele andere landen bestond, bij de wet van 26 Juli 1918, Stb. 493, een h.r. ingesteld, waarin alle in het Rijk in Europa gevestigde handelszaken moeten worden ingeschreven met vermelding van verschillende door de wet genoemde gegevens, welke voor den handel van bijzonder belang worden geacht.
Het h.r. wordt gehouden door de Kamers van Koophandel en Fabrieken, ieder voor zooveel haar gebied betreft (art. 1). Zoolang de samenstelling, inrichting en bevoegdheid dier Kamers nog niet wettelijk zijn geregeld, is het houden echter aan de griffiers bij de kantongerechten opgedragen (art. 30). Bedoelde wet is echter (Nov. 1919) nog niet in werking getreden.