Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 24-01-2019

Gouw (johannes of jan ter)

betekenis & definitie

Gouw (johannes of jan ter) - Nederl. geschiedkundige, geboren 1814 te Amsterdam, overleden te Hilversum 1894, nam deel aan den 10-daagschen veldtocht, was van 1846-71 hoofd van een lagere school in Amsterdam, nam zijn ontslag, om zich geheel te kunnen wijden aan zijn lievelingsstudie, de geschiedenis, verzamelde jaren lang een merkwaardige collectie Amsterdamsche oudheden en schreef talrijke geschriften, meest alle van geschiedkundigen aard. Vooral zijn bekend: Eene wandeling door Amsterdam in het midden der 17e eeuw (1859); Gijsbrecht van Aemstel en de opkomst van Amsterdam (1861); de Gilden, eene bijdrage tot de geschiedenis van ons volksleven (1866); de Uithangteekens (te zamen met Jacob van Lennep, 1868); de Volksvermaken (1870); Kijkjes in de oude Schoolwereld (1870-78); en bovenal zijn Amstelodamia (1874) en zijn Geschiedenis van Amsterdam (1879), waarvan hij even vóór zijn dood het register voltooide. Langen tijd was hij redacteur van de „Oude Tijd”. De Gemeenteraad van de hoofdstad erkende de groote verdiensten van den Amsterdammer door hem op zijn 70en verjaardag een jaargeld toe te kennen.

< >