Gibbon - 1) Edward, Engelsch historicus, geb. 1737 te Putney. Hij schreef o.a.: History of the Decline and Fall of the Roman Empire (Lond. 1776/88). In zijn opvatting van de geschiedenis is hij een volgeling van Voltaire (zie HISTORIOGRAFIE). Hij behandelde in zijn werk uitvoerig het ontstaan van ’t Christendom.
Critiek past hij echter weinig toe. Hij stierf 1794 te Londen. — Litt.: Morrison, Engl. Men of Letters (1878); Sandys, A history of class. scholarship II, 437 v.v.
2) Hylobates, een geslacht der apen en behoorende tot de menschapen. Talrijke soorten, levende in dichte wouden van Z.O. tropisch Azië en vooral van de Groote Soenda-eilanden. Voeden zich met bladeren en vruchten. De armen zijn buitengewoon lang en reiken, als het dier rechtop staat, tot op den grond („langarmapen”). De grootste bereikt eene lengte van 1 M. De kop is klein en heeft een menschachtig aangezicht. De staart is uitwendig niet zichtbaar.
De vacht is dicht en dikwijls zijdeachtig; de hoofdkleuren zijn zwart, bruin, grijs en geel. De G. hebben eene zeer krachtige stem. De meest bekende zijn de Siamang, de Lar of withandige G. en de Wou-wou. De G. zijn volleerde klimmers; op den grond loopen zij bijna rechtop met waggelenden gang en gebruiken dan hunne lange armen als balanceerstokken. Het zijn schuwe dieren, die echter in gevangenschap spoedig tam worden.