Genelli - (Bonaventura), geb. 1798 te Berlijn, overl. 1868 te Weimar. Historieschilder en teekenaar. Een der belangrijkste vertegenwoordigers der Duitsche klassicisten, die in den aanvang onder invloed van Carsten later (1822—1832) te Rome met Cornelius J. Koch e. a. werkte. In stijl, compositie en onderwerp trachten deze kunstenaars de Italiaansche Barock in sommige opzichten vermengd met antieke traditie te doen herleven; vooral Michelangelo is hun ideaal.
Het rein idealistische, het abstracte der eenvoudige lijnteekeningen en kartons houdt hen bovenal bezig. Ook bij G. zelf is de lijn de hoofdzaak. Maar zijn kunst blijft in vergelijking bij die van zijn medestanders steeds vol temperament; wordt nooit zoet, noch hol pathetisch. De titels van zijn onderwerpen — de serie: „Aus dem Leben einer Hexe” bijv. — toonen reeds aan, dat hij naar pakkende voorstellingen zoekt en men mag er bij voegen, dat hij niet terugschrikt voor ongewone of aanstootelijke situaties. Dit is niet in alle tijden iets bijzonders en pleit op zich zelf niet voor een talent, noch beteekent het a priori een blaam, doch in den kring der godsdienstig- en idealistisch-heroiek, vaak ook sentimenteel gestemde klassicisten van die dagen is het van beteekenis. Ook in andere opzichten is G. een bijzondere figuur.
Hij heeft veel meer natuurlijken aanleg en meer smaak dan Cornelius; hij teekent veel beter. Doch deze eigenschappen konden hem toen de eerste plaats in Duitschland, waar men toen geheel op de gedachtenwereld, op de moraal en de verhevenheid was ingesteld, niet bezorgen. Van zijn geteekende werken zijn behalve „Das Leben einer Hexe” te noemen de bladen behoorende tot „Das Leben eines Wüstlings”. Naar Duitschland teruggekeerd, vestigt hij zich eerst te München, na 1859 te Weimar, uit welken tijd een aantal olieverfschilderijen dateeren. — Litt. Singer, Allgem. Künstlerlexikon.
