Gasafsluiting - (krijgsk.), inrichting aan de sluiting van vuurwapenen, welke dient om gasontsnapping langs de afsluitende deelen te verhinderen. Bij vuurwapenen, waarbij de buskruitlading in metalen patroon- of kardoeshulzen is besloten (geweren, mitrailleurs, snelvuurgeschut) zijn geen gasafsluitende deelen aan het sluitstuk noodig, daar de huls die taak verricht. Bij het oudere achterlaadgeschut berust de g. op het beginsel, dat de buskr.gassen door hun spanning een veerkrachtig of een samendrukbaar onderdeel zoodanig van vorm doen veranderen, dat daardoor vanzelf de ruimte, waarlangs de gassen konden ontsnappen, wordt afgesloten.
De Engelsche houwitsers van 15 c.M., zooals er tijdens den Grooten Oorlog hier te lande zijn aangeschaft, hebben niet, zooals het overige moderne geschut, g. door middel van metalen kardoeshulzen, doch het oudere stelsel van De Bange.