Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Frankenberg

betekenis & definitie

Frankenberg - 1) Stad in Saksen, aan de Zschopau, 12 K.M. ten N.O. van Chemnitz, aan de spoorlijn Chemnitz-Meiszen; 14.000 inw.; textielnijverheid.

2) Johann Heinrich, Graaf v., Aartsbisschop van Mechelen, primaat van België en Kardinaal; geboren in 1726 te Gross-Glogau in Silezië, overleden in 1804 te Breda. Hij was gesproten uit een oude familie, gehecht aan het Habsburgsche Huis, ook na de verovering van Silezië door Frederik II (1740). De goede verstandhouding met het Weener Hof, waarin F. tijdens Maria Theresia verkeerde, verandert, wanneer Jozef II, de aanhanger van het verlicht despotisme, en de man van het Josephisme d.w.z. het politiek-kerkelijk systeem, dat de absolute suprematie van den Staat, ook over de kerk, voorstaat, opvolgt. Daartegen kwam F. met alle kracht op. Zijn protest was het krachtigste tegen het algemeene Staats-Seminaire, door den keizer in 1786 te Leuven gesticht, waarheen de bisschoppen hun studenten moesten zenden. Hij gaf, tegen hetgeen in het Séminaire van den Keizer geleerd werd, zijn Déclaration uit, die grooten indruk maakte in de Oostenrijksche Nederlanden. De regeering was verplicht het Seminarie te sluiten, doch de gemoederen kwamen nog niet tot rust.

Daarvoor stelde de Keizerlijke regeering F. verantwoordelijk en wilde hem arresteeren: hij vond echter een schuilplaats. In dezen tijd brak de Revolutie in de Zuidelijke Nederlanden uit; een maand vóór den dood van Jozef II, in 1790, riep het Congres de onafhankelijkheid der Vereenigde Belgische Staten uit. Onder Leopold II keerden de Belgen, ook F., weer met vreugde onder het keizerlijk bestuur terug. — Bij de komst der Franschen nieuwe beproevingen voor den Primaat. Hij weigerde geld van den Staat en weigerde den eed op de Constitution Civile du clergé: daarom in 1797 verbannen. Hij ging naar Emmerik, werd vanhier verdreven door den Koning van Pruisen, op aandrang van de Fransche regeering, trok naar Borken en daarna naar Breda. Door zijn moed en geduld een der edelste kerkvorsten der 18e eeuw.

< >