Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Foxterrier

betekenis & definitie

Foxterrier - een hondenras, dat reeds in de vroege Middeleeuwen in Engeland werd gebezigd bij de jacht op vossen en dassen, waarbij deze dieren uitgegraven werden. Nog wordt dit ras wel voor deze jacht gebezigd; in den regel wordt het echter als luxe-ras gehouden. De f. wordt ook in ons land veel als huishond, als luxehond gehouden. Vooral in de tweede helft der vorige eeuw is de f. in Engeland verspreid en van daar uit ook in ons land.

Terwijl men vroeger f. had van allerlei kleur, kent men in de 19de eeuw enkel witte met gele, bruine of zwarte vlekken bij voorkeur aan het hoofd voorkomend. De fox is levendig, monter en sterk gebouwd, nooit echter grof of log. De kop is spits, de ooren zijn V-vormig en afhangend; de hals is goed gespierd, de romp kort en sterk. De beenen zijn recht, de schofthoogte is c.a. -35 c.M. De fox is in den regel kortharig, het haar hard, dicht en aanliggend. De ruwharige fox, dien men in de laatste jaren nogal eens aantreft, wordt wel beschouwd als een kruisingsproduct van fox- en skyterrier. De f. is trouw en waakzaam, doch er zijn tal van valsche exemplaren, die onverwachts menschen aanvallen. Ook schapen moeten het wel eens ontgelden.

< >