Flintglas - bijzonder soort loodhoudend glas, dat gebezigd wordt voor de vervaardiging van lenzen, prisma’s, in het algemeen van onderdeelen van optische instrumenten. Over het algemeen onderscheidt zich het f. van het lichtere kroonglas door grooteren' brekingsindex en sterkere dispersie, ofschoon zulks niet altijd het geval is; ook is de kleur bij doorvallend licht eenigszins geelachtig getint, bij het zeer zware f. zelfs duidelijk geel, een gevolg van de sterkere absorptie van blauw en violet licht. Terwijl vroeger de verschillende soorten f. niet zoo heel ver uiteenliepen in optische eigenschappen, is het in den lateren tijd, vooral door toedoen van de firma Schott Genossen te Jena gelukt, zeer verschillende soorten f. te vervaardigen met sterk uiteenloopende eigenschappen, waardoor het mogelijk geworden is, verschillende optische systemen (b.v. objectieven voor verrekijkers, microscopen en photographische camera’s) aan veel hoogere eischen te doen beantwoorden dan vroeger mogelijk was (zie ACHROMATISCHE LENS).
De lichtere soorten f. hebben een brekingsindex van ongeveer 1.6, terwijl die der zwaardere soorten hooger is, tot zelfs ruim 1.9. De zwaardere soorten zijn echter geel gekleurd en ook zeer onderhevig aan chemische invloeden (b.v. van waterdamp in de lucht). Zie GLAS.
