Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Filterpers

betekenis & definitie

Filterpers, het werktuig, waarmee in de industrie groote hoeveelheden materiaal worden gefiltreerd. In principe bestaan alle filterpersen uit een groot aantal (15—40) raamvormige ijzeren elementen, welke naast elkaar worden geplaatst, telkens gescheiden door een linnen, katoenen, papieren of jute filterdoek. Zij bieden zoodoende bij geringen inhoud een zeer groot filteroppervlak aan. De elementen zijn voorzien van verschillende gaten, welke achter elkaar geschakeld, buizen vormen, waardoor o. m. de te filtreeren vloeistof onder druk wordt aangevoerd.

Deze treedt uit de zoo gevormde buis in bepaalde elementen binnen, wordt door de filterdoeken geperst, en vloeit door kleine kraantjes uit andere elementen gefiltreerd af. De zwevende verontreinigingen worden dus teruggehouden door de doeken, waarop zich daardoor een laag vuil afzet. Meestal zijn de elementen der f. zóó ingericht, dat de mogelijkheid bestaat, na beëindiging der filtratie, water toe te voeren (eveneens onder druk), ten einde de filterkoek met water nat te spoelen („af” te „zoeten”), en zoo doende de aan die koek hangende vloeistofmassa niet verloren te doen gaan. Indien er betrekkelijk veel vaste stof, hetzij als vuil, of juist als waardevol zout, af te scheiden is, gebruikt men de z.g. raampersen, waarbij door tusschenschakeling van looze ramen meer ruimte voor de vaste stof wordt geboden, anders de meer eenvoudige kamerpersen.Vooral de suikerfabricage heeft den bouw van goede filterpersen zeer bevorderd. Behalve in deze industrie, worden ze o. m. gebruikt in de potasch-industrie, bij de vervaardiging van vele organische kleurstoffen, en in het algemeen daar, waar groote hoeveelheden vaste stof van vloeistoffen moeten worden gescheiden.

< >