Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 19-01-2019

Ferry (jules françois camille)

betekenis & definitie

Ferry (jules françois camille) - Fransch staatsman, geboren te St. Dié 1832 uit een patricische familie. Na voltooiing van zijn studie in de rechten vestigde hij zich als advocaat te Parijs. Behoorende tot de republikeinsche partij werd hij in 1869 lid van de Wetgevende Vergadering.

Na de omwenteling van 1870 werd hij secretaris van het „Gouvernement de la défense nationale”, in welke functie hij meer in 't bijzonder belast werd met ’t bestuur van het departement de la Seine en de stad Parijs. Tijdens ’t beleg van Parijs zorgde hij voor de levensmiddelenvoorziening en de handhaving van de orde in de stad („Ferry famine”). Na den oorlog treedt hij een tijdlang op den achtergrond. Tot eind Mei 1871 is hij lid van de Assemblée Nationale, en van 14 Mei 1872-24 Mei 1873 is hij gevolmachtigd minister in Athene. Na 1875 is hij wederom lid van de Chambre des députés.

In Febr. 1879 komt hij in de binnenlandsche politiek naar voren als minister van onderwijs in ’t Kabinet Waddington-Ferry. Met zijn optreden begint een belangrijke periode in de binnenlandsche geschiedenis van Frankrijk: de schoolstrijd. Gematigd republikein met een anti-clericale levensopvatting begint F. met uitvoering te geven aan zijne plannen tot reorganisatie van ’t onderwijs ten einde dit te onttrekken aan den invloed van de geestelijkheid (zie FALLOUX). Den 15en Maart en den 19en Mei 1879 dient hij zijne „lois scolaires’’ in, welke inhouden ’t weren van geestelijken uit de Conseils Académiques, ’t stellen van bepaalde eischen om onderwijs te mogen geven en uitsluitend aan Staats-Universiteiten ’t recht te geven graden te verleenen. De tweede wet had voornamelijk tot doel om niet geautoriseerde congregaties bv. de Jesuïeten ’t geven van onderwijs onmogelijk te maken. Met de indiening van deze wetten begint de schoolstrijd, daar de Katholieken onder leiding van de Mun zich hardnekkig tegen de wetten verzetten. In Aug. ’79 wordt de wet betreffende de écoles normales aangenomen. 27 Dec. treedt ’t min. WaddingtonF. af.

In ’t Kabinet-Freycinet treedt F. wederom op als min. van onderwijs. Het artikel betreffende ’t verbod van niet-geautoriseerde congregaties om onderwijs te geven werd door den Senaat verworpen, waarop de regeering wetten van 1803 en 1805 opnieuw toepast (zie NAPOLEON), ten einde autorisatie voor een Congregatie noodzakelijk te doen zijn. In Sept. 1880 treedt Freycinet af, en wordt Ferry met de Kabinetsformatie belast. (Kab.-F. 29 Sept. 1880-10 Nov. 1881). Opnieuw dient F. onderwijswetten in, waarin hij voorstelt leerplicht en onderwijs door leeken. Gedurende deze regeeringsperiode zag F. zijn wetten nog niet geaccepteerd, pas tijdens het 2e Min. -F. (31 Jan 1882-29 Juli 1882) werden zijn onderwijswetten aangenomen. Van ’t einde van ’t jaar 1883-30 Maart 1885 is F. min. van buitenlandsche zaken. Ook in dit ambt heeft F. groote beteekenis, daar hij de Fransche koloniale politiek heeft geïnaugureerd, waardoor de aandacht van ’t volk werd afgeleid van de Lotharingsche kwestie (zie LOTHARINGEN).

Onder zijn bewind werden Madagascar en Tonkin bezet. Zijn val, 30 Maart 1885, beteekende terugkeer naar de politiek van revanche. Hiermede was zijn groote loopbaan geëindigd. Wel is hij nog lid van de Chambre des Députés (14 Oct. 1885), als hoedanig hij optrad tegen ’t Boulangisme (zie BOULANGER) en werd hij in 1891 lid van den Senaat, maar naar voren is hij niet meer getreden. Den 17en Maart 1893 overl. hij, nadat hij kort te voren (24 Febr.) gekozen was tot voorzitter van den Senaat. — Litt: Discours et opinions de J. Ferry (ed. Robiquet Paris 1893-98 ); Rambaud, Jules Ferry (Paris 1903).

< >