Exochorda - plantengeslacht der Rosaceeën, waarvan 6 soorten bekend zijn. Dit zijn winterharde heesters van 1—3 M. hoogte met gesteelde langwerpige, gaafrandige of gezaagde bladeren en in Mei—Juli, witte 5-bladige tot 6 c.M. groote, één, soms tweeslachtige bloemen in staande trossen. Volgende soorten zijn in kultuur: E.grandiflora, ingevoerd 1849 uit centraal-China, E. Alberti, ingevoerd 1886 uit centraal-China, o.a. afwijkende van de vorige door het aantal meeldraden, n.l. 6 groepen van 5 (bij E. grandiflora 5x3) E. serratifolia, uit Noordel. China, E. Giraldi met groote bloemen en rosekleurige bladstelen, bladnerven en scheuttoppen en ten slotte de pas ingevoerde E. racemosa, met de var.
Wilsonii, welke laatste grooter bloemen heeft dan E. grandiflora. In de kweekerij der firma Lemoine, Nancy, ontstond door kruising van E. Alberti x E. grandiflora: E. macrantha, en uit ingevoerd zaad verkreeg Hesse te Weener van E. Giraldi eene dubbelbloemige verscheidenheid De voortkweeking heeft plaats door zaad en door enten (copuleeren) op wortelstukjes, onder glas; stekken, zoowel van rijp als van jong hout, schijnen moeielijk wortels te vormen (4%). E. groeit het best op zonnige standplaats in doorlatenden zavelgrond. De bloei in Mei —Juni geeft ook reden tot gebruik als trekheester.