Elout van Soeterwoude (Jhr. Pieter Jacob), geb. te ’s-Gravenhage 1805, en overl. aldaar 1893; een der hoofdaanvoerders, naast Groen van Prinsterer, van de anti-revolutionnaire partij, volgde als student te Leiden o.a. de privaat-colleges van Bilderdijk. In 1838 werd E. rechter in de arrondissementsrechtbank te ’s-Gravenhage; in 1847 raadsheer in het toenmalige Provinciaal Gerechtshof van Zuid-Holland. In 1853 werd hij voor Gorinchem lid der Tweede Kamer; dit bleef hij tot 1862, toen hij, ter wille zijner rechterlijke betrekking, ontslag vroeg; in 1864 werd hij lid van den Raad van State.
Uit dit college nam hij in 1874 ontslag, voornemens zich nu uit het openbareleven terug te trekken; de schoolstrijd (18 Juli 1878, aanneming der schoolwet-Kappeyne) riep hem weer in het publieke leven terug. Hij trad op als voorzitter der commissie van het volks-petitionnement tegen de nieuwe schoolwet; bij de aanbieding daarvan aan den koning te Apeldoorn (13 Aug.) voerde hij het woord. E. werd nog lid van de Tweede Kamer (1879—1880 voor Leiden); daarna van de Eerste Kamer (1886—1887 voor Utrecht).
