Elkab - Egypt. stad, hoofdplaats v. h. Z. rijk (Boeto in Beneden-Eg.) vóór „de vereeniging der beide landen” door Menes. E. was dus reeds in den oudsten „voor-dynastischen” tijd (zie DYNASTIEËN) een v. d. belangrijkste steden. E. lag even ten N. v. Edfoe (25° N.B.), maar op den rechter Nijloever. De tegenover liggende Horusstad, de koninkl. residentie, was Nechen (zie HIERACONPOLIS).
In E., welks oude naam Nechab luidde, werd de giergodin Nechbet vereerd, door de Grieken aangeduid als Eileithyia (de geboorte-godin). Die hoofdstad, wier wapen of symbool een soort lelie was, had een grooten ringmuur van tichelsteenen, de eenige, die bijna geheel tot heden is bewaard gebleven; deze muur is door Amen-em-hêt III (1849-1801 v. Chr.), gerestaureerd, bestond echter ws. reeds vóór Menes. In ’t Oude Rijk (zie EGYPTE, Geschiedenis) was de „graaf v. Nechen en priester v. Nechbet” een der hoogste rijksambtenaren. Tijdens ’t Midden-Rijk woonde te E. een machtige vorstenfamilie, bevriend met de vorsten van Thebe. Toen deze laatsten, bij ’t begin v. h. Nieuwe Rijk de Hyksos uit Egypte verdreven (Zie AMASIS I, 1580 v. Chr.) verleenden de gouwgraven van E. krachtigen steun.
De graf-inscriptie van één dezer districtvorsten, nl. Ahmóse (naamgenoot v. d. koning), handelt over dien strijd tegen de Hyksos en is een v. d. belangrijkste geschiedbronnen voor dezen tijd. — Het grondbezit v. d. Egypt. adel werd, voor zoover zulks niet reeds vroeger was gebeurd (zie SESOSTRIS III en EGYPTE, G e s c h i e d.), door de kroon geconfiskeerd, zoodat de koning de eenige grondeigenaar van Egypte was (vgl. Gen. 47 : 13-26); maar de vorsten van E., aan wier bijstand de Thebaansche koningen zooveel te danken hadden, bleven in het bezit van hun vaderlijk erfdomein. — Vlgs. Manetho werden te E., midden in den zomer, „typhonische” menschen verbrand en hun asch verstrooid. De juistheid van dit merkwaardige bericht is uit rechtstreeks-Egypt. bronnen niet te bewijzen; ook gelooven verscheidene geleerden niet aan het voorkomen van menschenoffers in Egypte (bovengenoemd brandoffer zou een landbouwritus zijn; vgl.OSIRIS).