Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Drey

betekenis & definitie

Drey - (Johann Sebastian von), apologeet, geb. 1777 te Rillingen bij Ellwangen, overl. 1853 te Tübingen, studeerde theologie te Augsburg, werd in 1801 priester gewijd, van 1806 — 1812 professor aan het gymnasium te Rottweil, 1812 professor in de dogmatiek, geschiedenis van de dogma’s, apologetiek en theologische encyclopedie aan de theologische faculteit te Ellwangen, met welke faculteit hij in 1817 naar de universiteit Tübingen overging; eerst sinds 1838 beperkte zich zijn professoraat tot apologetiek en encyclopedie; in 1846 ging hij stil leven. D. was medeoprichter (1819) en medewerker van het Theologische Quartalschrift; hij is het hoofd van de R. K. Tübingerschool en grondlegger van de apologetiek als zelfstandige wetenschap. Zijn theologische ontwikkeling toont het streven naar bevrijding van de naweeën van het rationalisme, feitelijk echter wordt zijn richting gekarakterizeerd door Schanz (Theol.

Quartalschr. 1898) als „Mittelstellung zwischen Traditionalismus und Rationalismus”. D. schreef twee Latijnsche dissertaties; een inleiding tot de studie der philosofie (1819), nieuwe onderzoekingen over de constituties en canons van de Apostelen (1832) en een Apologetiek (3 dln., 1838-1847.)

< >