Dichroïsme - tweekleurigheid, eigenschap van sommige kristallen, licht van verschillenden polarisatietoestand in ongelijke mate te absorbeeren. Dientengevolge is de kleur van dergelijke kristallen bij doorvallend licht verschillend, al naar gelang van den polarisatietoestand van den invallenden bundel. Bij éénassige kristallen — waarbij d. het meest voorkomt — kan het absorptievermogen voor lichttrillingen in de richting der optische as verschillen van dat voor trillingen loodrecht op die as. Dientengevolge vertoont een dergelijk kristal in de richting der optische as slechts ééne kleur (basiskleur), in eene richting loodrecht hierop twee kleuren, afhankelijk van de trillingsrichting in het invallende licht.
In het laatste geval is de eene kleur de basiskleur, de andere wordt askleur genoemd. Is het doorvallende licht ongepolariseerd (dus b.v. natuurlijk licht), dan wordt in de richting loodrecht op de optische as een mengsel van as- en basiskleur waargenomen. Een bekend voorbeeld van d. levert tourmalijn, waarvan de basiskleur doorgaans donkerblauw is (bij groote dikte worden de hieraan beantwoordende trillingen nagenoeg geheel geabsorbeerd), de askleur groen. Wegens de sterke absorptie der basiskleur kan tourmalijn als polarisator resp. analysator dienst doen. — Bij optisch twee-assige kristallen komen dergelijke verschijnselen in nog ingewikkelder gedaante voor. (Zie TRICHROÏSME, PLEOCHROÏSME).