Dèpok - station van den spoorweg Batavia—Buitenzorg, gelegen op het particuliere land D., dat met de particuliere landerijen Mampang en Korang Anjer bij testamentaire beschikking van 13 Maart 1714 door den landheer, C. Chastelein, Raad van Indië vermaakt werd aan zijn gezamenlijke vrijgelaten Balische slaven (± 120 in aantal) onder voorwaarde, dat zij, die geen Christen waren, dat binnen 2 jaar zouden worden en dan met slechts 1 vrouw zouden huwen. Geen Chinees mocht zich op ’t land vestigen, en opium-schuiven was er verboden. De landen, die een oppervlakte hebben van ± 30 K.M.2, werden verdeeld en elk deel ging bij erfenis op de kinderen over, zoodat er van lieverlede een groote ongelijkheid ontstaan is in het landbezit, en er naast gegoede landeigenaren ook behoeftigen en armen voorkomen, voor wie echter goed gezorgd wordt; de gebrekkigen, zieken en weezen, en zij, die op een leeftijd van 75 j. gekomen zijn, ontvangen een maandel. onderstand, de 60-jarigen een jaarl. Het aantal deelgerechtigden bedroeg in 1915 ± 750; op ’t land wonen verder nog 3 a 400 latere Inl. bekeerlingen, die wel tot de kerkelijke gemeente behooren, maar geen mede-eigenaars zijn, ruim 3000 Moh.
Inlanders en ± 250 Europeanen. De landen D. worden bestuurd door een „gemeentebestuur” van 5 leden, uit en door de meerderjarige deelgerechtigden gekozen; jaarlijks worden door dezen ook nog 3 commissarissen gekozen, belast met ’t toezicht op de handelingen van het gemeentebestuur. Sedert 1879 is te D. gevestigd het Seminarie voor de opleiding van Inlanders tot Christelijke godsdienstleeraars. D. ligt 110 M. boven de zee, zoodat het klimaat er tamelijk koel is; het wordt door twee van het O. naar het W. loopende hoofdwegen en een viertal dwarswegen doorsneden; de huizen der Inl. Christenen, te midden van tuinen gelegen, hebben grootendeels een netter en zindelijker voorkomen dan de meeste Soedaneesche kampongs. De gemeente verkeert na haar 200-jarig jubilee in een goeden toestand met haar ruim 600 Christenen. Zij wordt door een hulpprediker bediend met Toegoe en Tjilegon samen. Naast dit oude instituut heeft Depok ook een nieuwe zendings-instelling.
Door het initiatief van Ds. J. A. Schuurman werd er in 1878 een seminarie opgericht voor de opleiding van inlandsche evangeliedienaren (goeroes). Dit ging uit van het Centraal Comité voor de oprichting en instandhouding van een seminarie nabij Batavia. — Litteratuur: N. Graafland, Dèpok, in Med. Nederl. Zendel.
Gen. 1891; M. Buys, Dèpok, in Ind. Gids 1890 Dl I; J. Beukhof, Cornelis Chastelein en de stichting der Christengem. v. D., in het Ned. Zendingstijdschr. Jaarg. 9.