Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2018

Copal

betekenis & definitie

Copal, - naam voor alle natuurlijke, harde harsen, die pas bij hooge temperatuur smelten en het uiterlijk hebben van barnsteen. In den Engelschen handel heeten ze Anime, welke naam ook voor de weekere Copalsoorten gebruikt wordt. Een zeer groot aantal boomsoorten levert C., doch een deel ervan is nog onvoldoende bekend. Men onderscheidt naar de afkomst: de O.-Afrikaansche soorten, welke grootendeels uit een Trachylobium-soort (fam.

Leguminosen) vloeien. Dit is de z.g. boomcopal. Daarentegen worden in Zanzibar en ook op sommige plaatsen op Madagascar op plekken met zeer geringen boomgroei, groote stukken C. in den grond gevonden, die ten deele aan den voet van nog bestaande boomen liggen, ten deele afkomstig zijn van boomen, die vroeger op het terrein hebben gestaan, doch sedert lang zijn verdwenen. Op deze plaatsen wordt de C. door de inboorlingen op de wijze van een delfstof uit den bodem gedolven. Het product, dat men in deze streken verkrijgt, is dus van zeer wisselenden ouderdom; sommige stukken zijn van zeer recenten datum, andere z.g. recent-fossiel. De laatste zijn de beste; de stukken zijn van buiten verweerd, doch van binnen geheel doorschijnend, bleekgeel tot bruinachtig-rood, met een eigenaardig, op kippenvel gelijkend oppervlak. De stukken worden echter voor verzending uitgezocht en van de verweerde laag ontdaan. Ook aan de W.-Afrikaansche kust wordt C. gevonden, eveneens recent-fossiel, doch men kent niet met zekerheid den boom, die deze hars geleverd heeft.

Van geheel andere afkomst zijn de Indische en Australische c.-soorten. Men onderscheidt Kauri-copal van N.-Zeeland en N.-Caledonië en Manilla-copal van de Soenda-eilanden, de Molukken en de Philippijnen. Beide soorten komen van Coniferen, n.l. Agathis-soorten, de eerste van A. australis, de tweede van A. alba (= A. Dammara). Deze hars wordt veel op Obi en Batjan gewonnen, waar men den stam voor een deel van de schors ontdoet. De copal vloeit dan direct uit de verwonde plek en komt als halfharde of weeke c. op de Westersche markt.

Ten slotte zijn er nog een aantal Z.-Amerikaansche C.-soorten, die grootendeels afkomstig zijn van nog levende boomen en wel van Leguminosen (Hymenaea). — C. is een van de belangrijkste grondstoffen voor de bereiding van lakken en vernissen. In chloroform of benzol opgelost, wordt het ook in de photografiegebruikt. Groote stukken Zanzibar-copal worden op de wijze van barnsteen gebruikt. C. is een Indiaansch woord, dat „hars” beteekent; volgens sommigen een Astekisch woord voor wierook. Langzamerhand is het ook voor de niet-Amerikaansche harsen in gebruik genomen.

< >