Claudianus (Claudius), de laatste der groote heidensche dichters, geb. te Alexandrië, kwam na een uitstekende opvoeding te hebben genoten in 395 n. C. te Rome, vond hier in den Vandaal Stilicho een beschermer en vriend, leefde aan het hof van Honorius te Milaan, kreeg allerlei hooge ambten en werd ook onder de patriciërs opgenomen; hij is gest. in 404. Zijn werk De consulatu Stilichonis (400) bezorgde hem de eer van een standbeeld op het forum Traiani (402). C. munt uit door kracht en zuiverheid van taal, hoewel hij niet altijd rhetorische gezwollenheid en bloemrijkheid heeft weten te vermijden; van zijn werken zijn bewaard gebleven: Raplus Proserpinae, De bello Gildonico, over de overwinning van keizer Honorius op een Afrik, legerhoofd, een fragment van zijn Grieksch gedicht: Gigantomachia, voorts epigrammen, brieven, idyllen en lofdichten op Honorius en Silicho.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
