Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 15-11-2018

Carolus (Joris)

betekenis & definitie

Carolus (Joris) - Nederlandsch zeevaarder, ontdekkingsreiziger en zeevaartkundige uit het begin van de 17e eeuw, afkomstig van Enkhuizen; deed dienst bij de O.-I. Compagnie en bevoer de verschillende zeeën van den Indischen Archipel. Daarna deed hij talrijke reizen in de Europeesche wateren, nam deel aan verschillende reizen naar het Noorden, in dienst van de Noordsche Compagnie*, o.a. met Jan Jacobsz. May. J. C. was waarschijnlijk de man, die steeds weder aanspoorde tot het zoeken van den Noordwestelijken doorgang.

Toen dan ook de Nederlandsche pogingen werden opgegeven (1625), bood hij zich aan bij koning Christiaan IV van Denemarken, om hem te dienen in de arctische zeeën. Maar Christiaan IV had zich juist in den 30-jarigen oorlog begeven en dacht niet meer aan poolonderzoek. Toen vestigde C. zich als „stuyrman en leermeester van de groote zeevaart” te Enkhuizen. In 1625 droeg hij aan Jan Janssen, boeckvercooper te Amsterdam het octrooi over, hem door de St.-Generaal verleend voor het doen drukken en uitgeven van „seeckere caerte van de ware situatie van custen, landen, sanden, dippen ende eijlanden van ’t coninckrijck Denemarken”. Het Rijksarchief in den Haag bezit verder van C. een Manuscript-kaart van Ijsland, Groenland en het N.O. deel van Amerika, in druk uitgegeven door Björnbo en Petersen, Anecdota cartographia septentrionalia, kaart 11. Deze kaart houdt weinig rekening met de ontdekkingen der Engelschen; zij berust op eigen ervaring en op de kaarten van Jens Munk (Hudsons baai), van Hudson (Cumberland Sound) en van Mercator. Later vestigde C. zich te Amsterdam, waar hij in 1634 een zeeatlas uitgaf, gedrukt bij Jan Janssen en getiteld: Het nieuw vermeerde Licht, ghenaemt de Sleutel van ’t Tresoor, Spiegel, Gesicht, ende Vierighe Colom des Grooten Zeevaerts, enz.

< >