Carlson (Karl Frederik Ernst) - zoon van den vorige, Zweedsch historicus, geboren 1854 te Stockholm, studeerde te Upsala, en is sinds 1880 leeraar in de geschiedenis aan het gymnasium te Göteborg. Van 1890—1893 was hij in laatstgenoemde stad hoogleeraar in de geschiedenis, maar werd daarna weer leeraar, teneinde zich beter aan het voltooien van het geschiedwerk zijns vaders over Karel XII te kunnen wijden, waarvoor hij reeds tevoren op staatskosten de voornaamste archieven van Europa bezocht had; als inleiding hiervoor gaf hij eene kritische uitgave der Eigenhandige brieven van Karel XII (1893) in ’t Zweedsch uit. Behalve zijn dissertatie Om Karl XII’s vistelse i Sachsen 1706—1707 (1877) schreef hij talrijke opstellen in Zweedsche en buitenlandsche tijdschriften, o.a.: Sverige och Preussen 1701—1709 (1880), Sverige på kongressen i Wien 1814—1815 (1883), Karl XII och kejsaren 1707 (1897), Die Kriegführung Karls XII gegen Russland 1707 — 1709 (1900) en Der Vertrag zu Alltranstädt (1907).
Van zijn paedagogische werken is het bekendste zijn Skolgeografi (4de dr. 1894). Van 1897—1905 was hij als onderwijs-specialiteit lid van de Tweede Kamer.