Carlsen - (Elling), van Hammersfest, voer gedurende een reeks van jaren in de wateren van de Noordelijke Ijszee met het doel om daar walrussen, beren en andere dieren te vangen. Met ditzelfde doel vertrok hij den 22 Mei 1871 weder als gezagvoerder van het sloepschip Solid, van Hammersfest. Hij trachtte ten Zuiden om in de Karazee binnen te dringen, doch de ongunstige gesteldheid van wind en weder en de samenpakking van het ijs beletten hem zijn voornemen te volvoeren. Nu besloot hij Noordwaarts om Nowaja Semlja heen zijn doel te bereiken.
Ten N. van de Matotskinstraat ontmoette hij kapitein F. Mack met zijn vaartuig uit Tromsö. Zij kwamen overeen samen verder te zeilen, daar Mack van goede instrumenten voorzien was. Zij vonden de Oostpunt van Nowaja Semlja niet zooals de kaarten opgaven op 73° O.L., maar op 67°30' OL. Door den mist dwaalde Mack den 3 Sept. van Carlsen af. Deze ging nu alleen verder in N.O. richting; op 7 Sept. was hij O. van Nowaja Semlja en ging ten anker in de Barendshaven, waar Barends en de zijnen van 1595—’96 overwinterden.
Toen hij den 9 Sept. weer onder zeil ging, verder naar ’t Z., zag hij een huis en aan land gaande werd dit door hem bezocht en vond hij hierin verschillende voorwerpen en boeken, afkomstig van de hier overwinterende Hollanders. Hij nam ze mee, zette 14 Sept. zijn tocht verder Zuidwaarts voort, kwam 6 Oct. gelukkig door Straat Kara en arriveerde 4 Nov. behouden te Hammerfest. Alle op Nowaja Semlja gevonden voorwerpen werden hier door een Engelsch toerist Ellin C. Lister Kay opgekocht. Toen dit in Nederland bekend werd, wist onze Regeering door haar gezant Graaf C. van Bijlandt deze voorwerpen voor denzelfden prijs van den heer E. C. Lister Kay terug te koopen.