Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 09-11-2018

Brugpijler

betekenis & definitie

Brugpijler - (waterb.), constructie in hout, ijzer, metselwerk, gewapend beton, welke dient om de overspanningen eener brug te dragen. Is de verkeersweg, waarover de brug is gebouwd, een rivier met sterken stroom, dan is het boveneinde van den pijler spits afgewerkt om de opstuwing* te verminderen. Soms wordt de b. door speciale remmingswerken beschermd tegen ijsgang en tegen het aanvaren der schepen.

Moet de dikte in de richting der lengteas der brug tot een minimum gereduceerd worden, dan vervormt men den pijler dikwijls in een eenvoudig juk, bestaande uit een reeks gekoppelde palen. Deze kunnen in den grond geheid worden. De pijler, welke zich landwaarts bevindt en gewoonlijk grondkeerende muren omvat, wordt landhoofd* geheeten.

< >